statutes

Statuten

Het ITG werd opgericht op 11 februari 1931 als stichting van openbaar nut.

TITEL I. RECHTSVORM – NAAM – ZETEL – BELANGELOOS DOEL – VOORWERP

Artikel 1. Rechtsvorm en naam

De stichting heeft de rechtsvorm van een stichting van openbaar nut. Zij draagt de naam “Instituut voor Tropische Geneeskunde”. Verder in deze tekst wordt de stichting aangeduid als "het Instituut".

Artikel 2. Zetel

De zetel van de stichting is gevestigd te 2000 Antwerpen, Nationalestraat 155.

Artikel 3. Belangeloos doel en voorwerp

Het belangeloos doel van het Instituut is het verrichten en bevorderen van wetenschappelijk onderzoek, professioneel en academisch onderwijs alsook wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening op het gebied van tropische ziekten en de mondiale gezondheidszorg, met bijzondere aandacht voor laag- en middeninkomenslanden. Het is gemachtigd alle initiatieven te nemen en alle activiteiten te verrichten om het beoogde belangeloos doel te bereiken.

Gelet op het waardevol patrimonium beoogt het Instituut ook de instandhouding en de valorisatie van zijn gebouwen en omliggende tuin gelegen in de Nationalestraat 155 en in de Sint-Rochusstraat 43 te Antwerpen, die rechtstreeks, materieel en effectief gebruikt worden voor het belangeloos doel.

TITEL II. WETTELIJKE BESTUURSORGANEN: RAAD VAN BESTUUR EN ORGAAN VAN DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 4. Raad van Bestuur

Het Instituut wordt bestuurd door een collegiaal bestuursorgaan bestaande uit meerdere bestuurderd, Raad van Bestuur genoemd, dat besluit en handelt in het uitsluitende belang van de stichting.

Artikel 5. Samenstelling

Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur is samengesteld uit minstens drie en maximaal twaalf bestuurderd. Met uitzondering van de directeur, worden zij benoemd door de Algemene Raad volgens de bepalingen in Titel III van deze statuten. De directeur maakt ambtshalve deel uit van de Raad van Bestuur.

Ten hoogste twee derden van de leden van de Raad van Bestuur zijn van hetzelfde geslacht.

Artikel 6. Benoeming en ontslag van de leden van de Raad van Bestuur

Onverminderd artikel 8 benoemt, schorst en ontslaat de Algemene Raad de bestuurders, met uitzondering van de directeur, op voordracht van een derde van de Algemene Raad, of op voordracht van de zetelende Raad van Bestuur.

De Algemene Raad beslist bij tweederdemeerderheid van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde leden over de benoeming, de schorsing of het ontslag van een bestuurder, met uitzondering van de directeur. Er wordt geen rekening gehouden met onthoudingen, noch in de teller, noch in de noemer.

De benoeming, schorsing dan wel het ontslag van de directeur door de Raad van Bestuur brengt zijn of haar benoeming, schorsing dan wel ontslag als bestuurder met zich mee.

De leden van de Raad van Bestuur worden geacht hun mandaat onbezoldigd uit te oefenen tenzij anders bepaald door de Algemene Raad. De leden van de Raad van Bestuur kunnen evenwel afstand doen van hun vergoeding.

Artikel 7. Bevoegdheden

De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten, die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van het Instituut.

Voor de handelingen opgesomd in artikel 20 is het voorafgaande advies vereist van de Algemene Raad. Indien dit advies negatief is, dan kan de Raad van Bestuur zijn voorstel enkel met grondige motivering en een tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen goedkeuren. Er wordt geen rekening gehouden met onthoudingen, noch in de teller, noch in de noemer.

De Raad van Bestuur is bevoegd voor de opmaak van een intern reglement (onder welke benaming ook). De laatste versie van het huishoudelijk reglement van de Raad van Bestuur dateert van 3 juli 2023.

Artikel 8. Duur, hernieuwing en beëindiging van het mandaat van bestuurder

Het mandaat van de leden van de Raad van Bestuur, uitgezonderd dat van de directeur, duurt vier jaar en is hernieuwbaar.

Het mandaat van bestuurder, uitgezonderd dat van de directeur, eindigt bij het verstrijken van het mandaat, overlijden, ontslag op eigen initiatief of door de Algemene Raad, burgerlijke onbekwaamheid, plaatsing onder voorlopig bewind of afzetting door de ondernemingsrechtbank van het rechtsgebied waar de stichting haar zetel heeft in de gevallen bij de wet bepaald. Behoudens in het laatst vernoemde geval van beëindiging waarin de ondernemingsrechtbank de nieuwe bestuurder benoemt, voorziet de Algemene Raad in de opvolging.

Artikel 9. Voorzitter en ondervoorzitter

De Raad van Bestuur duidt onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter aan, voor een termijn van vier jaar. Het mandaat van voorzitter en van ondervoorzitter van de Raad van Bestuur is hernieuwbaar. Ingeval de voorzitter verhinderd is, neemt de ondervoorzitter diens bevoegdheden over.

Artikel 10. Bijeenroeping van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur vergadert na bijeenroeping door de voorzitter, minstens vier keer per jaar en zo dikwijls de belangen van het Instituut dit vereisen. De Raad van Bestuur moet tevens bijeengeroepen worden als minstens drie bestuurders hierom verzoeken.

De voorzitter legt de dagorde vast na overleg met de directeur. Elke bestuurder mag schriftelijk de inschrijving van een punt op de agenda van de Raad van Bestuur vragen. Een niet ingeschreven punt mag ter zitting enkel besproken worden als alle aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders zich hiermee akkoord verklaren.

De bijeenroeping gebeurt schriftelijk, minstens vijftien kalenderdagen vóór de vergadering. De voorstellen en eventuele toelichtende nota's worden minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk aan alle leden bezorgd. In uitzonderlijke gevallen kan de voorzitter een gemotiveerde uitzondering toestaan op deze termijnen. Elk lid kan erom verzoeken de stemming over een dergelijk voorstel te verdagen.

De Raad van Bestuur kan op zijn vergaderingen derden uitnodigen en/of waarnemers toelaten. De aanwezigheid van externen moet worden gemotiveerd, ten laatste bij de aanvang van de vergadering door de voorzitter worden gemeld en door de Raad van Bestuur worden goedgekeurd. Hun aanwezigheid wordt geacteerd in de notulen.

Artikel 11. Besluitvorming

Onverminderd artikel 24 kan de Raad van Bestuur slechts geldig beraadslagen en beslissen als minstens de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. De Raad van Bestuur kan geldig vergaderen in elke vorm, zowel fysiek als per telefoon, videoverbinding of andere rechtsgeldige middelen, voor zover alle deelnemers in staat zijn om zich uit te drukken en verstaanbaar zijn voor alle andere deelnemers.

De Raad van Bestuur streeft beslissingen in consensus na, en neemt deze als nodig bij gewone meerderheid van stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders, tenzij de statuten het anders voorschrijven. Er wordt geen rekening gehouden met onthoudingen, noch in de teller, noch in de noemer. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of diens vervanger doorslaggevend.

Iedere bestuurder kan schriftelijk aan een andere bestuurder de opdracht geven om hem of haar te vertegenwoordigen op een welbepaalde vergadering en om in zijn of haar plaats te stemmen. De volmachtgever wordt meegeteld bij het bepalen van het quorum. Een bestuurder kan slechts één ander lid van de Raad van Bestuur vertegenwoordigen. De opdrachtgever draagt de collegiale verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de gedelegeerde stem.

De besluiten van de Raad van Bestuur kunnen bij eenparig schriftelijk besluit van alle bestuurders worden genomen, met uitzondering van de besluiten waarvoor deze statuten deze mogelijkheid uitsluiten.

Artikel 12. Tegenstrijdig belang

Wanneer de Raad van Bestuur een beslissing moet nemen of zich over een verrichting moet uitspreken die onder zijn bevoegdheid valt, waarbij een

bestuurder, een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van het Instituut, moet deze bestuurder dit meedelen aan de andere bestuurders vooraleer de Raad van Bestuur een beslissing neemt. Zijn of haar verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de vergadering van de Raad van Bestuur die de beslissing moet nemen. Het is de Raad van Bestuur niet toegelaten deze beslissing te delegeren.

De bestuurder met het belangenconflict mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van de Raad van Bestuur over deze beslissingen of verrichtingen, noch aan de stemming in dat verband. De andere bestuurders omschrijven in de notulen de aard van de beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor het Instituut en verantwoorden het genomen besluit. In het jaarverslag of in het stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd, wordt dit deel van de notulen in zijn geheel opgenomen. De notulen worden aan de commissaris meegedeeld, die in een aparte sectie van het controleverslag de vermogensrechtelijke gevolgen voor het Instituut beoordeelt.

De voorgaande paragrafen zijn niet van toepassing wanneer de beslissingen van de Raad van Bestuur betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

Artikel 13. Notulen

De Raad van Bestuur duidt een secretaris aan die de notulen van de vergaderingen opmaakt. Deze moeten worden goedgekeurd door alle aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders en moeten worden ondertekend door de voorzitter. De notulen worden geklasseerd in het register van de notulen van de Raad van Bestuur. Afschriften of uittreksels worden ondertekend door ofwel de voorzitter, ofwel de directeur, ofwel twee leden van de Raad van Bestuur.

Artikel 14. Comités

De Raad van Bestuur richt een auditcomité en een benoemings- en remuneratiecomité op, waarvan de bevoegdheden, taken en werking vastgelegd worden in charters die onderdeel vormen van het charter van goed bestuur. De Raad van Bestuur kan andere comités oprichten om zich te laten bijstaan op strategisch, wetenschappelijk of bestuurlijk vlak.

Artikel 15. Orgaan van dagelijks bestuur - Directeur

De Raad van Bestuur benoemt de directeur aan wie hij het dagelijks bestuur van het Instituut, alsook de vertegenwoordiging van het Instituut wat dat dagelijks bestuur aangaat, opdraagt. Het dagelijks bestuur omvat, naast de uitvoering van de besluiten van de Raad van Bestuur, zowel de handelingen en beslissingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven het Instituut, als de handelingen en beslissingen die, ofwel om redenen van hun minder belang dat ze tonen, ofwel omwille van hun spoedeisend karakter, de tussenkomst van de Raad van Bestuur niet rechtvaardigen.

De directeur is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur stelt een bestuurlijk reglement op waarin hij de bevoegdheden, taken en werking van de directeur vastlegt, met inbegrip van een lijst van handelingen die als daden van dagelijks bestuur worden beschouwd. Dit bestuurlijk reglement maakt onderdeel uit van het charter van goed bestuur.

De Raad van Bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur. De Raad van Bestuur bepaalt de duur van het mandaat van de directeur.

De directeur is ambtshalve lid van de Raad van Bestuur, maar kan geen voorzitter of ondervoorzitter van de Raad van Bestuur zijn.

Voor het dagelijks bestuur wordt de directeur bijgestaan door een bestuurscomité, waarvan de samenstelling, de werking en bevoegdheden vastgelegd worden in het bestuurlijk reglement. De Raad van Bestuur waakt daarbij over de participatie, de transparantie en de academische waarden in het dagelijks bestuur.

De directeur kan, onder eigen verantwoordelijkheid, handelingen en vertegenwoordigingen van dagelijks bestuur delegeren aan personeelsleden en derden.

Artikel 16. Aansprakelijkheid

De bestuurders en gedelegeerden tot het dagelijks bestuur zijn niet persoonlijk gehouden tot uitvoering van de verbintenissen van het Instituut.

TITEL III. STATUTAIR ORGAAN: ALGEMENE RAAD

Artikel 17. Opdracht

De Algemene Raad ziet erop toe dat het beleid, het bestuur en het beheer van het Instituut in overeenstemming zijn met zijn doel, identiteit en integriteit.

Artikel 18. Samenstelling

Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van de Algemene Raad. De leden vertegenwoordigen de belangen van de aanduidende instantie of groep, maar binden deze niet. De Algemene Raad omvat stemgerechtigde en nietstemgerechtigde leden.

De volgende instanties of groepen kunnen elk een stemgerechtigd lid aanduiden:

  • Het Vlaams Ministerie bevoegd voor onderwijs;

  • Het Vlaams Ministerie bevoegd voor wetenschapsbeleid;

  • Het Vlaams Ministerie bevoegd voor volksgezondheid;

  • Het Vlaams Ministerie bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking;

  • De federale overheidsdienst bevoegd voor wetenschapsbeleid;

  • De federale overheidsdienst bevoegd voor volksgezondheid;

  • De federale overheidsdienst bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking;

  • De provincie Antwerpen;

  • De stad Antwerpen;

  • De Universiteit Antwerpen;

  • De Vrije Universiteit Brussel;

  • De Universiteit Hasselt;

  • De Universiteit Gent;

  • De Katholieke Universiteit Leuven;

  • De "Chambre des Universités de l'Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur Conseil interuniversitaire de la Communauté française";

  • Het academisch, wetenschappelijk en medisch kaderpersoneel van het Instituut;

  • Het overige academisch, wetenschappelijk en medisch personeel van het Instituut;

  • Het administratief en technisch personeel van het Instituut;

  • De studenten van het ITG;

  • De alumni van het ITG.

De wijze van aanduiding door het personeel, de studenten en de alumni van het ITG wordt geregeld in een huishoudelijk reglement van de Algemene Raad, dat onderdeel uitmaakt van het charter van goed bestuur.

De leden van de Raad van Bestuur en de Regeringscommissaris zijn nietstemgerechtigd lid van de Algemene Raad.

De Algemene Raad kan bijkomende leden aanduiden ("coöpteren"), met een maximaal aantal van één derde van het totaal aantal leden van de Algemene Raad, en verzekert daarbij de vertegenwoordiging vanuit midden- en lage inkomstenlanden.

Indien een aangeduid of gecoöpteerd lid van de Algemene Raad tot bestuurder van het ITG benoemd wordt, dan doet het automatisch en met onmiddellijke ingang afstand van zijn of haar mandaat als aangeduid of gecoöpteerd lid. De aanduidende instantie of groep voorziet binnen de drie maanden in de opvolging. Deze opvolging geldt niet met betrekking tot de gecoöpteerde leden.

Maximaal twee derden van de stemgerechtigde leden zijn van hetzelfde geslacht. Indien de aanduiding van een nieuw lid deze verhouding verbreekt, wordt de aanduidende instantie of groep verzocht een andere vertegenwoordiger van het andere geslacht aan te duiden.

Artikel 19. Duur, hernieuwing en beëindiging van het lidmaatschap van de Algemene Raad

Het mandaat als lid van de Algemene Raad duurt vier jaar en is hernieuwbaar.

Een aanduidende instantie kan haar vertegenwoordiger te allen tijde terugtrekken of schorsen. Zij meldt dit schriftelijk aan de voorzitter en voorziet binnen de drie maanden in de vervanging van het lid.

Niet ingevulde mandaten worden niet meegeteld voor het bereiken van quorum van aanwezigheid, stemming of samenstelling volgens geslacht.

Artikel 20. Bevoegdheden

De Algemene Raad benoemt en ontslaat de leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de directeur, volgens de bepalingen in artikels 5, 6 en 8, acteert hun ambtsbeëindiging en bepaalt hun vergoeding.

De Algemene Raad waakt er daarbij over dat de Raad van Bestuur:

  • beschikt over de nodige onafhankelijkheid, competenties, ervarmg en objectiviteit;

  • samengesteld is met aandacht voor diversiteit en complementariteit;

  • voor ten hoogste twee derden uit de leden van hetzelfde geslacht bestaat;

  • de principes van goed bestuur volgt en daartoe een charter opstelt;

  • op een transparante wijze communiceert over de uitvoering van zijn opdracht.

Een voorafgaand advies van de Algemene Raad is vereist voor volgende beslissingen van de Raad van Bestuur:

  • Wijzigingen van de statuten;

  • Aanpassingen van de strategische missie en visie van het Instituut;

  • Vastlegging en substantiële wijzigingen van het charter van goed bestuur;

  • De meerjarige beleidsplannen met de overheden;

  • Ontbinding, vereffening en fusies van het Instituut.

De Algemene Raad kan op eigen initiatief of op verzoek van de Raad van Bestuur adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden die het Instituut aanbelangen. De Raad van Bestuur formuleert er binnen een redelijke termijn een gemotiveerd antwoord op.

De Algemene Raad evalueert jaarlijks de kwaliteit van het door de Raad van Bestuur geleverde werk. Bij ernstige tekortkomingen kan hij met een gemotiveerd besluit overgaan tot schorsing of ontslag van een of meerdere bestuurders.

Artikel 21. Bijeenroeping

De Algemene Raad vergadert minstens twee keer per jaar.

De voorzitter van de Algemene Raad kan bijkomende vergaderingen beleggen, op eigen initiatief, op schriftelijk verzoek van minstens een derde van zijn leden, of op verzoek van de Raad van Bestuur.

De Algemene Raad kan, op voorstel van de voorzitter, ook schriftelijk, telefonisch of per videoconferentie overleggen en handelen.

Artikel 22. Voorzitter, ondervoorzitter en werking

De Algemene Raad duidt onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter aan, voor een termijn van vier jaar. Deze mogen geen personeelslid of student van het Instituut zijn. Het mandaat van voorzitter en van ondervoorzitter van de Algemene Raad zijn hernieuwbaar.

De voorzitter legt de dagorde vast van de vergaderingen en roept de vergaderingen bijeen. Ingeval de voorzitter verhinderd is, neemt de ondervoorzitter diens bevoegdheden over.

De Algemene Raad kan slechts geldig vergaderen en beslissen als minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

Behalve voor de benoeming, de schorsing en het ontslag van de bestuurders beslist de Algemene Raad bij eenvoudige meerderheid van de stemmen uitgebracht door de van de aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden. Er wordt geen rekening gehouden met onthoudingen, noch in de teller, noch in de noemer. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter of diens vervanger de doorslag.

De Algemene Raad kan in zijn schoot bijzondere of permanente commissies oprichten. Hij kan externen uitnodigen op de vergaderingen.

De Algemene Raad stelt een huishoudelijk reglement op waarin hij zijn werking verder omschrijft. De laatste versie van dit huishoudelijk reglement van de Algemene Raad dateert van 3 juli 2023. Het huishoudelijk reglement van de Algemene Raad maakt onderdeel uit van het charter van goed bestuur en treedt bijgevolg slechts in werking na bekrachtiging door de Raad van Bestuur.

TITEL IV. VERTEGENWOORDIGING VAN HET INSTITUUT

Artikel 23. Vertegenwoordiging van het Instituut

De Raad van Bestuur vertegenwoordigt het Instituut, met inbegrip van de vertegenwoordiging in rechte. Hij vertegenwoordigt het Instituut door de meerderheid van zijn leden.

Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur als college, wordt het Instituut in en buiten rechte eveneens vertegenwoordigd door ofwel de voorzitter van de Raad van Bestuur, ofwel de directeur, ofwel twee gezamenlijk handelende bestuurders. Zij dienen geen volmacht voor te leggen bij het verbinden van het Instituut.

De Raad van Bestuur of de bestuurder(s) die het Instituut vertegenwoordigen, kunnen bijzondere gevolmachtigden aanduiden. Alleen bijzondere en beperkte volmachten voor bepaalde of een reeks bepaalde rechtshandelingen zijn geoorloofd. De gevolmachtigden verbinden het Instituut binnen de perken van de hun verleende volmacht waarvan de grenzen tegenwerpelijk zijn aan derden overeenkomstig wat geldt inzake lastgeving. Zij dienen deze volmacht voor te leggen bij het verbinden van het Instituut.

In de uitvoering en binnen de perken van het dagelijks bestuur kan de directeur, onder eigen verantwoordelijkheid, bijzondere gevolmachtigden aanduiden, inclusief personeelsleden of derden.

TITEL V. WIJZIGING VAN DE STATUTEN

Artikel 24. Wijziging van de statuten

Onverminderd de toepasselijke wettelijke bepalingen, kan de Raad van Bestuur beslissen om de statuten te wijzigen na advies van de Algemene Raad. In dit geval gebeurt de bijeenroeping van de Raad van Bestuur ten minste dertig kalenderdagen voor de vergadering, en worden het voorstel en het advies van de Algemene Raad minstens vijftien kalenderdagen voor de vergadering aan alle bestuurders verstuurd.

De Raad van Bestuur kan alleen rechtsgeldig over een wijziging van de statuten beraadslagen en besluiten als ten minste twee derde van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien dit quorum niet bereikt wordt, moet een nieuwevergadering met dezelfde agenda bijeengeroepen worden, met inachtneming van een nieuwe oproepingstermijn van minimum dertig dagen. In deze nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit de Raad van Bestuur dan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.

In afwijking van artikel 11 vereist een besluit tot statutenwijziging een meerderheid van twee derde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. Een wijziging van het belangeloos doel van het Instituut, zoals omschreven in artikel 3, vereist echter een meerderheid van vier vijfde van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. Er wordt geen rekening gehouden met onthoudingen, noch in de teller, noch in de noemer.

TITEL VI. BOEKJAAR – JAARREKENING – BEGROTING – CONTROLE

Artikel 25. Boekjaar, jaarrekeningen en begroting

Het boekjaar van het Instituut gaat in op één januari en eindigt op éénendertig december van elk jaar. De boeken en de bescheiden worden afgesloten op het einde van elk boekjaar.

Ten laatste binnen de zes maanden na de afsluiting van het boekjaar maakt de Raad van Bestuur de inventaris en de jaarrekening van het voorbije boekjaar en de begroting van het volgende boekjaar, dit is het lopend boekjaar, op. De goedgekeurde jaarrekeningen en begrotingen moeten overgemaakt worden aan de bevoegde overheden en aan de Algemene Raad.

Artikel 26. Commissarissen

De Raad van Bestuur draagt de controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid van de verrichtingen daarin op aan één of meer commissarissen. Desgevallend bepaalt de Raad van Bestuur ook de bezoldigingen van de commissaris(sen).

TITEL VII. ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 27. Ontbinding en vereffening van de stichting

Alleen de rechtbank van het rechtsgebied waar het Instituut zijn zetel heeft, kan, in de gevallen voorzien in de toepasselijke wetgeving, op verzoek van de stichters, van één of meer bestuurders, een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie, de ontbinding van het Instituut uitspreken.

De rechtbank kan beslissen tot de onmiddellijke sluiting van de vereffening, of een vereffeningswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanwijzen. Na afloop brengen de vereffenaars verslag uit bij de rechtbank.

In geval van ontbinding van het Instituut zullen de netto-activa na vereffening overgedragen worden aan de Vlaamse Gemeenschap, die deze activa zal benutten voor doeleinden en activiteiten gelijkaardig aan deze beschreven in artikel 3.

TITEL IX. ONTBINDING EN VEREFFENING - AANVULLENDE BEPALINGEN

Artikel 28.

Alleen de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar het Instituut haar zetel heeft, kan, in de gevallen voorzien in artikel 39 van de Wet, op verzoek van de stichters, van één van hun rechthebbenden, van één of meer bestuurders of van het openbaar ministerie, de ontbinding van het Instituut uitspreken.

De rechtbank kan beslissen tot de onmiddellijke afsluiting van de vereffening, of een vereffeningswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanwijzen. Na afloop brengen de vereffenaars verslag uit bij de rechtbank.

In geval van ontbinding van het Instituut zullen de netto-activa na vereffening overgedragen worden aan de Vlaamse Gemeenschap, die deze activa zal benutten voor doeleinden en activiteiten gelijkaardig aan deze beschreven in artikel 3 van deze statuten.